Luka Modric: Van oorlogsvluchteling tot 's werelds beste

De grond is hier heuvelachtig, hard en stoffig. De bomen zijn kaal; zwartgeblakerd en verkoold door bosbranden die alles op hun pad verwoestten.

Verder is er bijna niks.

Ooit was er vee te vinden op de berghelling. Maar schapen en geiten waren in dit landschap moeilijk te voeden en nog moeilijker om te verkopen.

Er zijn hier de laatste tijd ook niet veel kinderen geboren. Veel mogelijkheden zijn er niet aan deze kant van de snelweg, onder het Velebit-gebergte, vlakbij de Dalmatische kust.

Het is net zo griezelig mooi als dat het desolaat is. En op de heuvels liggen geheimen verborgen.

Volg het kronkelige pad boven het gehucht Modrici en je komt bij een huis op een hoek waar je uitkijkt over het meer dat beneden ligt. Aan de ene kant staat een schuur en een bijgebouw. Aan de andere kant, een stukje van de weg af en uit de steile berghelling, steekt een bordje:

“Pas op: er kunnen onontplofte landmijnen in dit gebied liggen.”

Het huis zelf was ooit een huis vol trots. Het bood onderdak aan drie generaties, onder een dak dat nu niet meer bestaat. Het huis is uitgebrand, net als het gras eronder. In de raamkozijnen zitten geen ruiten meer en overal liggen losse brokken puin.

De voordeur is afgesloten met een geketend hek en in dat hek is een Kroatische vlag geschoven, ter grootte van een A4’tje. Het is het enige teken dat dit verlaten huis op deze griezelig stille bergweg ooit door iemand van betekenis werd bewoond.

Die persoon was Luka Modric. Of beter gezegd, Luka Modric junior.

Het stadsdeel Jasenice, waarvan Modrici en de heuvels deel uitmaken, werd in september 1991 door de Servische strijdkrachten bezet tijdens de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog.

Slechts een handvol geharde, veelal oudere zielen bleef achter om daarna weer een leven op te bouwen.

“In de ochtend van 18 december 1991, rond een uur of negen, vertrok een groep Obrovac-chetniks langs de oude weg naar Velebit.

“Terwijl ze over een kronkelende, stoffige Velebit-weg reden, zongen ze hun volksliederen. Primitieve deuntjes vol ideologische en gewelddadige rijmpjes.

“Ze prezen bovendien Draza Mihajlovic, Slobodan Milosevic en de andere makers van het Servische bezettingswerk tegen hun buurlanden.

“In die vrolijke stemming kwamen de chetniks een kudde schapen en geiten tegen, en een man die de grazende dieren in de gaten hield. Dat was Luka Modric uit Zaton Obravacki, een dorp dat grenst aan Jasenice, net boven Obrovac.

“De chetniks stopten hun auto meteen, ze stapten uit en renden op de onschuldige herder af, terwijl ondertussen nog steeds de liederen uit hun grove kelen klonken.

“Ze snauwden: ‘Wie ben jij, wat doe je hier? Dit is Servisch land!’

“Ze duwden hem en schreeuwden tegen hem. ‘Vooruit, wegwezen!’ De angstige herder zette een paar onzekere stappen en toen klonken er angstaanjagende geweerschoten.

“Luka Modric viel op de grond, neergeschoten…

“De moordenaars, de chetniks, vervolgden daarna hun weg naar Meke Doce om hun bloederige missie af te maken…”

Luka Modric senior was de grootvader van Luka Modric en bovenstaand verhaal was hoe journalist Ivica Marijacic de executie van Modric’ grootvader beschreef in een bericht uit april 1995.

De zogenaamde SAO Krajina-militie vermoordde die dag nog zes andere gepensioneerden. Later hoorden omstanders hoe ze buiten een politiebureau over hun daden aan het opscheppen waren. Bij het Internationaal Gerechtshof werd bekendgemaakt dat de lokale Servische autoriteiten van deze misdaden op de hoogte waren, maar dat er specifieke bevelen waren gegeven om dit niet te onderzoeken.

Degenen die Luka Modric en de andere slachtoffers die dag doodschoten, zijn daardoor nooit berecht. Ze werden niet gevonden en waarschijnlijk zijn ze ergens over de grens ontsnapt.

Luka Modric junior was op dat moment zes jaar oud. Het leven dat hij tot dat moment had - rustig, landelijk, zo vaak verlicht door zijn geliefde opa te helpen op het land - was ineens voorbij. Hij was nu een vluchteling, samen met zijn ouders en zus. Ze gingen weg en kwamen nooit meer terug; het huis, in een gebied dat vol ligt met onontplofte landmijnen, was het niet waard om ooit weer te bewonen.

En dat was het kinderhuis van Luka Modric. Hij zou uiteindelijk nooit meer een nieuwe krijgen. In plaats daarvan woonde hij in overvolle vluchtelingenhotels in het nabijgelegen Zadar. Het eerste wat hij kocht van het eerste profsalaris dat hij verdiende, was een huis voor zijn vader en moeder. Een plek die ze weer ‘thuis’ konden noemen.

Als je buiten het huis van Modric op die helling tegen een bal schopte, zou die helemaal op de weg naar beneden stuiteren en rollen. Eén van de eerste vragen die je stelt als je het eerste huis van één van de beste voetballers ter wereld ziet, is: Waar voetbalde hij? Nou, dat kon hij niet. Niet hier.

Maar in Zadar wel.

Het Kolovare Hotel is tegenwoordig een prachtig viersterrenhotel, gelegen aan de Adriatische Zee. Tijdens de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog werden er echter vluchtelingen opgevangen. Het zat vol met gezinnen en ongelukkige ontheemden die weliswaar niet ver hadden gereisd, maar wel degelijk oorlogsvluchtelingen waren.

De familie Modric woonde liefst zeven jaar in het Kolovare Hotel en ze hoorde uiteindelijk bij de allerlaatste groep vluchtelingen die weer vertrok.

Het hotel had een mooie, vlakke parkeerplaats. Dat is waar de jonge Luka Modric obsessief aan zijn voetbalvaardigheden begon te werken. Een leraar van zijn lagere school woonde ertegenover en smeekte hem vaak om naar binnen te gaan en huiswerk te maken. Op een beleefde manier zei Luka dan dat hij ‘nog ietsje langer’ wilde blijven.

Hij was een slimme jongen die zich makkelijk aanpaste aan iedere sport die op school werd beoefend. Hij genoot van basketbal en hij speelde vaak twee-tegen-twee met een aantal vrienden, waaronder Danijel Subasic, de toekomstige keeper van de Kroatische nationale ploeg. Modric excelleerde zelf ook als keeper, bij het handbal.

Maar toen zijn gymleraar de kleine Modric voor het eerst met een bal aan de voet zag, stond hij perplex. Hij probeerde hem uit te dagen door hem tegen oudere jongens te laten voetballen of hem op doel te zetten, of zelfs allebei. Maar Modric won iedere uitdaging.

De kinderen konden voor die lessen niet altijd het gymterrein gebruiken en ze hadden niet eens de garantie dat er iedere dag lessen waren. Zadar was nog steeds een oorlogsgebied waar met verwoestende regelmaat granaten door de lucht vlogen. Luka en zijn klasgenoten werden dan gedwongen om onder hun tafeltjes te kruipen als het luchtalarm klonk. Soms duurde dat zo lang, dat ze alleen nog maar de situatie konden weglachen.

Hetzelfde verhaal was van toepassing op het plaatselijke voetbalveld, waar Luka een speler werd om rekening mee te houden. Zo gebeurde het wel eens dat tijdens de training het luchtalarm afging en de spelers naar binnen moesten. Als het dan weer stil werd, kwamen ze weer naar buiten.

De kinderen op school waren afgeschermd van het ergste van de oorlog, maar het had toch wel effect. In de derde klas werd Luka gevraagd om een verhaal te schrijven over iets dat een emotionele impact op hem had gehad. Hij koos ervoor om te schrijven over de dood van zijn grootvader.

Er zijn amper voetballers te vinden die geen enkele hindernis hoefden te overwinnen om de top te halen. Maar de obstakels die Modric kreeg, waren uniek.

Eerst groeide hij op in een huis waar nooit tegen een voetbal kon worden getrapt. Hij werd geboren in een tijdperk waarin sport en hobby’s moesten worden gespeeld naast de zoektocht naar overleving.

En er was de kwestie over zijn postuur. Luka was altijd de kleinste en dunste speler in zijn team. Het shirt dat hij droeg, had een jongen van zijn leeftijd gewoon moeten passen. Maar bij hem leek het op een maat XXL.

Zijn jeugdclub, Hajduk Split, wees hem uiteindelijk af omdat hij te klein was.

Maar Luka en zijn coaches bleken in staat om er het beste van te maken. Wanneer ze tegenover grotere en sterkere tegenstanders kwamen te staan, zou de kleine Modric als centrumverdediger spelen, zodat zijn team aan de bal zou komen.

Hij was bovendien heel snel en hij was in staat om ieder duel te winnen. Zijn gymleraar zou zeggen dat hij op de betonnen vloer een sliding kon maken zonder een schrammetje op zijn benen op te lopen.

Zijn lage zwaartepunt zorgde ervoor dat hij sneller kon kappen en draaien dan zijn langere medespelers en tegenstanders. Hij speelde eigenlijk op vrijwel dezelfde manier als nu. Andere gewoontes zijn ook gebleven.

Toen Modric net bij Dinamo Zagreb ging spelen, kwam hij vaak ‘s avonds laat pas thuis, soms wel om drie uur ‘s nachts. Zijn vriendin had dan een biefstuk voor na de wedstrijd klaargemaakt. Vervolgens zou hij midden in de nacht de wedstrijd terugkijken die hij zojuist had gespeeld. Spelers die hem kennen van Real Madrid zeggen dat hij dat nu nog steeds doet.

Op het WK in Rusland vierde Kroatië een overwinning in de spelersbus door het lied “Nije u soldima sve” te zingen. Een oud-teamgenoot van Modric wist te vertellen dat Luka vaak hetzelfde liedje zong, van zijn favoriete zanger Mladen Grdovic, toen hij twintig jaar geleden in Zadar in de jeugd speelde.

In Zadar zijn nog een paar fragmenten zichtbaar van de moeilijke tijd die Modric er had. Buiten het Hotel IZ, waar hij naartoe ging vanuit het Kolovare, herinnert graffiti aan de bittere dagen voor het succesvolle WK in Rusland. Modric’ aandeel in de fraudezaak van Zdravko Mamic, een voormalige directeur van Dinamo Zagreb, zorgde voor verdeeldheid in het land.

Het hotel is vervallen, net als het huis van de familie Modric. De ramen zijn dichtgetimmerd. Dit is niet het Zadar dat je in reisbrochures zult zien.

‘MODRIC - MAMIC’S BITCH. JE ZULT JE DEZE DAG HERINNEREN, MODRIC.’

De tekst is rommelig, lelijk en hij raakt de kern van de complexe aard van de relatie tussen Kroatië en zijn beroemdste voetballer.

Degenen die Modric kennen uit Zadar beweren dat zijn WK-prestaties werden gedreven uit wrok. Het zal hem wellicht voor de rechter niet hebben geholpen dat hij zijn team naar de WK-finale leidde, maar het hielp wel om voor zijn landgenoten zijn imago te verbeteren.

Het verhaal van Modric is in veel opzichten bekend vanaf de eerste dag dat hij voor Dinamo Zagreb speelde. Het vormt een stijgende lijn. Er volgden grote transfers en er werden veel prijzen gewonnen. Waar hij uiteindelijk is gekomen, is het logische gevolg van jarenlang slopend werk verrichten en van het wegnemen van elk obstakel dat op zijn pad kwam.

De moeilijkste meters maakte hij waarschijnlijk al voordat hij naar Zagreb verhuisde. De moeilijkste meters waren tijdens de oorlog, door afwijzingen en tijdens huurperiodes. In de Bosnische competitie - op dat moment beschouwd als één van de meest gewelddadige van Europa - eindigde hij soms zijn wedstrijden voor Zrinjski kreupel van de kramp. Maar dan poetste hij zichzelf weer op om er een week later weer te staan, om uiteindelijk de award voor speler van het jaar te winnen.

Toen hij in Zagreb arriveerde, was dat alles waarvoor hij ooit had gewerkt. Hij woonde in een geïmproviseerd appartement bij het Maksimir-stadion en hij weigerde de meeste uitnodigingen om na een wedstrijd nog wat te gaan drinken met zijn teamgenoten. Want daarvoor was hij niet naar de hoofdstad gekomen. Hij was er om te leren, om te winnen en om vooruitgang te boeken.

Modric had niet veel keus over wat er gebeurde in de jaren waarin hij werd gevormd. Zijn ouders deden hun best om hem zoveel mogelijk overal naartoe te brengen. Het enige waarover hij zelf de controle had, was het voetballen. En toen zijn plan van kracht werd, was hij niet meer te stoppen. Hij was een zelfgemaakte man.

Terug naar de heuvels waar het uitgebrande huis staat. De vlag fladdert in de deuropening. Er is een aantal teksten opgekrabbeld. De ene zegt ‘Dank je’ en een andere ‘Onze aanvoerder Luka’.

Het is bijna een soort religiositeit die aan het bezoeken van deze plek verbonden is. Je krijgt hier het gevoel dat je je moet aansluiten bij de kalme stilte van de schone lucht onder de heldere blauwe hemel. Dat je je handen moet vouwen en moet reflecteren.

Het is geen standbeeld, maar een eerbetoon. Het is in veel opzichten méér dan zomaar een verwoest huis. Het is een litteken in dit landschap, een grafsteen. Het is één grote herinnering aan het geluk en de levendigheid die ooit aanwezig was en tegelijkertijd een herinnering aan de vernietiging die in deze omgeving werd aangericht.

Wie weet wat er van Luka Modric zou zijn geworden als er nooit een oorlog was geweest? Zou hij Modrici hebben verlaten voor iets anders dan school? Zou hij in plaats daarvan zijn vader zijn gevolgd naar de plaatselijke kledingfabriek? Zou hij ooit een liefdesaffaire hebben opgebouwd met de bal die hij altijd aan zijn voeten had liggen?

Dit huis is illustratief voor alles wat tragisch is, maar ook alles wat mogelijk is. Een plek waar in wanhopige tijden een nieuw pad werd gecreëerd. Er leeft hier verder niks meer, maar dit is wel de plek waar ooit een kleine jongen aan zijn reis begon.